
Jaarthema 2025-2026
Zie! Verwonder je over het werk van Gods Geest
Inleiding
Ook voor het seizoen 2025-2026 weer een jaarthema. Gemeenten worden uitgedaagd om bewust aandacht te schenken aan de onverwachte manieren waarop de Geest werkt. "Gods Geest is altijd in beweging en vindt steeds nieuwe, verrassende wegen," aldus scriba René de Reuver. "Dit jaarthema nodigt ons uit om met verwondering te kijken naar wat er om ons heen gebeurt en te ontdekken hoe de Geest werkzaam is in kerk én samenleving. Het gaat erom dat we als gemeenten leren meebewegen met Gods missie en ons laten verrassen door zijn creatieve werk in het leven van alledag."
Zie!
Verwondering is het mogen zien van God op een onverwacht moment of een onverwachte manier. Verwondering overkomt je, beter gezegd: die wordt je gegeven door God, door zijn Geest. Dat geldt zeker voor onze redding. God raakt ons door zijn Woord en Geest en wordt ons te machtig. Zo verandert Hij ons van hopeloze zondaar in een kind van God. De basis daarvan is Christus’ werk, waaraan wij niets bijdragen.
God moet zelfs onze aandacht trekken. Dan krijgen we oog voor wat echt gebeurt. In de Bijbel wordt dat duidelijk door het woordje ‘zie’ (In de NBV21 vind je dat jammer genoeg niet meer terug). Na de voltooiing van de schepping lezen we: ‘En zie, het was zeer goed’ (Gen. 1:31). Als Israël Kanaän bijna bereikt heeft, zegt God: ‘Zie, Ik heb dat land tot uw beschikking gesteld, trek er binnen’ (Deut. 1:8). Samuël wordt geroepen met deze boodschap: ‘Zie, Ik ga in Israël iets doen, zodat de beide oren zullen tuiten’ (1 Sam. 3:11). Ook de profeten gebruiken ‘zie’ als ze Gods straf of redding aankondigen (bijv. Jer. 6:19, 11:11, 23:2; Jes. 7:14, 28:16). Maar ook bij de geboorte van Jezus: ‘want zie, gij zult zwanger worden’ (Lucas 1:31) en ‘want zie, ik verkondig u grote blijdschap’(Lucas 2:10). De geschiedenis van de Emmaüsgangers begint met ‘En zie’ (Lucas 24:13). En
Jezus’ eerste woorden na zijn opstanding zijn: ‘Zie mijn handen en mijn voeten’ (Lucas 24:39).
Leven uit verwondering
Ik las in ‘God verwachten’ van Evert Leeflang (p. 221): ‘Het verrassende van Gods omgang met een gebroken wereld is dat Hij niet slechts bevrijdt, maar er ook aan deelneemt. Zijn komst betekende het vestigen van zijn Koningschap te midden van zonde en duisternis, alsook het indalen in diezelfde zonde en duisternis. Zijn weg naar de toekomst liep via kruis naar opstanding… Het volk van God draagt in de tussentijd het karakter van de Messias dus in opstanding én lijden. Een christelijke toekomstverwachting kijkt zowel boven het heden uit naar de Opgestane, als het heden recht in de ogen van de Gekruisigde’.
De kerk ondergaat wat nog niet verlost en geheeld is. De kerk staat in een gebroken wereld en deelt door haar dagelijkse zonde ook in de gebrokenheid. Verwondering over de genade is dus niet dat ‘wij’ hebben ontvangen wat ‘zij’ nog niet hebben. Zo duidelijk ligt de scheidingslijn niet tussen kerk en wereld; niet geredde mensen tegenover nog niet geredde mensen.
De verrassing over wat Gods Geest in de wereld doet kan niet zonder verwondering over wat God heeft gedaan en nog steeds doet om ons van dood levend te maken en levend te houden. De gebrokenheid, de dood, ligt ook voor de kerk op de loer.
Zien op God in de moeite
De Messias zet ons niet in een volmaakte wereld, maar wijst ons de weg door de gebroken wereld. Leven met Jezus is strijd. We zegevieren glansrijk in dit alles (Rom. 8:35-37), dat wil zeggen: in tegenspoed, ellende, vervolging, honger en armoede houden we hoop en vinden we vrede. Zo neem je de wereld serieus en de slachtoffers daarin. Maar je neemt ook jezelf serieus als slachtoffer. Ook christenen worden ziek, ook wij lijden pijn en worden slachtoffer.
We geloven kreunend en steunend. Kijk in Psalm 38:10 ‘Heer, al mijn verlangens zijn U bekend, mijn zuchten is U niet verborgen’. In 2 Korintiërs 5 spreekt Paulus op deze manier over de Geest: ‘Wij zuchten in onze aardse tent en zouden willen dat onze hemelse woning er nu al over wordt aangetrokken… we willen dat er nieuwe (kleding) over wordt aangetrokken, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden.
Hiervoor heeft God zelf ons gereed gemaakt, door ons de Geest als onderpand te geven.’
In Romeinen 8:22 vinden we diezelfde gedachte over het werk van de Geest: de schepping zucht in barensweeën. En wij zuchten met de Geest in onszelf in afwachting van de openbaring dat wij kinderen van God zijn: de verlossing van ons sterfelijk bestaan.
Gods werk door ons
Verwonderd mogen wij ook dit winterseizoen
1. elkaar in de gemeente bemoedigen en sterken in de hoop op Gods da- den (kerkdiensten, toerusting)
2. anderen opzoeken en hun leven delen (pastoraat, ook over de grenzen van de kerk heen)
3. de hoop vieren als teken in de maatschappij (geloven thuis, gebeurtenissen vroeger en nu) dat Gods Koninkrijk komt, voor ons en de ander.
ds. D. WesternengInleiding
Ook voor het seizoen 2025-2026 weer een jaarthema. Gemeenten worden uitgedaagd om bewust aandacht te schenken aan de onverwachte manieren waarop de Geest werkt. "Gods Geest is altijd in beweging en vindt steeds nieuwe, verrassende wegen," aldus scriba René de Reuver. "Dit jaarthema nodigt ons uit om met verwondering te kijken naar wat er om ons heen gebeurt en te ontdekken hoe de Geest werkzaam is in kerk én samenleving. Het gaat erom dat we als gemeenten leren meebewegen met Gods missie en ons laten verrassen door zijn creatieve werk in het leven van alledag."
Zie!
Verwondering is het mogen zien van God op een onverwacht moment of een onverwachte manier. Verwondering overkomt je, beter gezegd: die wordt je gegeven door God, door zijn Geest. Dat geldt zeker voor onze redding. God raakt ons door zijn Woord en Geest en wordt ons te machtig. Zo verandert Hij ons van hopeloze zondaar in een kind van God. De basis daarvan is Christus’ werk, waaraan wij niets bijdragen.
God moet zelfs onze aandacht trekken. Dan krijgen we oog voor wat echt gebeurt. In de Bijbel wordt dat duidelijk door het woordje ‘zie’ (In de NBV21 vind je dat jammer genoeg niet meer terug). Na de voltooiing van de schepping lezen we: ‘En zie, het was zeer goed’ (Gen. 1:31). Als Israël Kanaän bijna bereikt heeft, zegt God: ‘Zie, Ik heb dat land tot uw beschikking gesteld, trek er binnen’ (Deut. 1:8). Samuël wordt geroepen met deze boodschap: ‘Zie, Ik ga in Israël iets doen, zodat de beide oren zullen tuiten’ (1 Sam. 3:11). Ook de profeten gebruiken ‘zie’ als ze Gods straf of redding aankondigen (bijv. Jer. 6:19, 11:11, 23:2; Jes. 7:14, 28:16). Maar ook bij de geboorte van Jezus: ‘want zie, gij zult zwanger worden’ (Lucas 1:31) en ‘want zie, ik verkondig u grote blijdschap’(Lucas 2:10). De geschiedenis van de Emmaüsgangers begint met ‘En zie’ (Lucas 24:13). En
Jezus’ eerste woorden na zijn opstanding zijn: ‘Zie mijn handen en mijn voeten’ (Lucas 24:39).
Leven uit verwondering
Ik las in ‘God verwachten’ van Evert Leeflang (p. 221): ‘Het verrassende van Gods omgang met een gebroken wereld is dat Hij niet slechts bevrijdt, maar er ook aan deelneemt. Zijn komst betekende het vestigen van zijn Koningschap te midden van zonde en duisternis, alsook het indalen in diezelfde zonde en duisternis. Zijn weg naar de toekomst liep via kruis naar opstanding… Het volk van God draagt in de tussentijd het karakter van de Messias dus in opstanding én lijden. Een christelijke toekomstverwachting kijkt zowel boven het heden uit naar de Opgestane, als het heden recht in de ogen van de Gekruisigde’.
De kerk ondergaat wat nog niet verlost en geheeld is. De kerk staat in een gebroken wereld en deelt door haar dagelijkse zonde ook in de gebrokenheid. Verwondering over de genade is dus niet dat ‘wij’ hebben ontvangen wat ‘zij’ nog niet hebben. Zo duidelijk ligt de scheidingslijn niet tussen kerk en wereld; niet geredde mensen tegenover nog niet geredde mensen.
De verrassing over wat Gods Geest in de wereld doet kan niet zonder verwondering over wat God heeft gedaan en nog steeds doet om ons van dood levend te maken en levend te houden. De gebrokenheid, de dood, ligt ook voor de kerk op de loer.
Zien op God in de moeite
De Messias zet ons niet in een volmaakte wereld, maar wijst ons de weg door de gebroken wereld. Leven met Jezus is strijd. We zegevieren glansrijk in dit alles (Rom. 8:35-37), dat wil zeggen: in tegenspoed, ellende, vervolging, honger en armoede houden we hoop en vinden we vrede. Zo neem je de wereld serieus en de slachtoffers daarin. Maar je neemt ook jezelf serieus als slachtoffer. Ook christenen worden ziek, ook wij lijden pijn en worden slachtoffer.
We geloven kreunend en steunend. Kijk in Psalm 38:10 ‘Heer, al mijn verlangens zijn U bekend, mijn zuchten is U niet verborgen’. In 2 Korintiërs 5 spreekt Paulus op deze manier over de Geest: ‘Wij zuchten in onze aardse tent en zouden willen dat onze hemelse woning er nu al over wordt aangetrokken… we willen dat er nieuwe (kleding) over wordt aangetrokken, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden.
Hiervoor heeft God zelf ons gereed gemaakt, door ons de Geest als onderpand te geven.’
In Romeinen 8:22 vinden we diezelfde gedachte over het werk van de Geest: de schepping zucht in barensweeën. En wij zuchten met de Geest in onszelf in afwachting van de openbaring dat wij kinderen van God zijn: de verlossing van ons sterfelijk bestaan.
Gods werk door ons
Verwonderd mogen wij ook dit winterseizoen
1. elkaar in de gemeente bemoedigen en sterken in de hoop op Gods da- den (kerkdiensten, toerusting)
2. anderen opzoeken en hun leven delen (pastoraat, ook over de grenzen van de kerk heen)
3. de hoop vieren als teken in de maatschappij (geloven thuis, gebeurtenissen vroeger en nu) dat Gods Koninkrijk komt, voor ons en de ander.
ds. D. WesternengInleiding
Ook voor het seizoen 2025-2026 weer een jaarthema. Gemeenten worden uitgedaagd om bewust aandacht te schenken aan de onverwachte manieren waarop de Geest werkt. "Gods Geest is altijd in beweging en vindt steeds nieuwe, verrassende wegen," aldus scriba René de Reuver. "Dit jaarthema nodigt ons uit om met verwondering te kijken naar wat er om ons heen gebeurt en te ontdekken hoe de Geest werkzaam is in kerk én samenleving. Het gaat erom dat we als gemeenten leren meebewegen met Gods missie en ons laten verrassen door zijn creatieve werk in het leven van alledag."
Zie!
Verwondering is het mogen zien van God op een onverwacht moment of een onverwachte manier. Verwondering overkomt je, beter gezegd: die wordt je gegeven door God, door zijn Geest. Dat geldt zeker voor onze redding. God raakt ons door zijn Woord en Geest en wordt ons te machtig. Zo verandert Hij ons van hopeloze zondaar in een kind van God. De basis daarvan is Christus’ werk, waaraan wij niets bijdragen.
God moet zelfs onze aandacht trekken. Dan krijgen we oog voor wat echt gebeurt. In de Bijbel wordt dat duidelijk door het woordje ‘zie’ (In de NBV21 vind je dat jammer genoeg niet meer terug). Na de voltooiing van de schepping lezen we: ‘En zie, het was zeer goed’ (Gen. 1:31). Als Israël Kanaän bijna bereikt heeft, zegt God: ‘Zie, Ik heb dat land tot uw beschikking gesteld, trek er binnen’ (Deut. 1:8). Samuël wordt geroepen met deze boodschap: ‘Zie, Ik ga in Israël iets doen, zodat de beide oren zullen tuiten’ (1 Sam. 3:11). Ook de profeten gebruiken ‘zie’ als ze Gods straf of redding aankondigen (bijv. Jer. 6:19, 11:11, 23:2; Jes. 7:14, 28:16). Maar ook bij de geboorte van Jezus: ‘want zie, gij zult zwanger worden’ (Lucas 1:31) en ‘want zie, ik verkondig u grote blijdschap’(Lucas 2:10). De geschiedenis van de Emmaüsgangers begint met ‘En zie’ (Lucas 24:13). En
Jezus’ eerste woorden na zijn opstanding zijn: ‘Zie mijn handen en mijn voeten’ (Lucas 24:39).
Leven uit verwondering
Ik las in ‘God verwachten’ van Evert Leeflang (p. 221): ‘Het verrassende van Gods omgang met een gebroken wereld is dat Hij niet slechts bevrijdt, maar er ook aan deelneemt. Zijn komst betekende het vestigen van zijn Koningschap te midden van zonde en duisternis, alsook het indalen in diezelfde zonde en duisternis. Zijn weg naar de toekomst liep via kruis naar opstanding… Het volk van God draagt in de tussentijd het karakter van de Messias dus in opstanding én lijden. Een christelijke toekomstverwachting kijkt zowel boven het heden uit naar de Opgestane, als het heden recht in de ogen van de Gekruisigde’.
De kerk ondergaat wat nog niet verlost en geheeld is. De kerk staat in een gebroken wereld en deelt door haar dagelijkse zonde ook in de gebrokenheid. Verwondering over de genade is dus niet dat ‘wij’ hebben ontvangen wat ‘zij’ nog niet hebben. Zo duidelijk ligt de scheidingslijn niet tussen kerk en wereld; niet geredde mensen tegenover nog niet geredde mensen.
De verrassing over wat Gods Geest in de wereld doet kan niet zonder verwondering over wat God heeft gedaan en nog steeds doet om ons van dood levend te maken en levend te houden. De gebrokenheid, de dood, ligt ook voor de kerk op de loer.
Zien op God in de moeite
De Messias zet ons niet in een volmaakte wereld, maar wijst ons de weg door de gebroken wereld. Leven met Jezus is strijd. We zegevieren glansrijk in dit alles (Rom. 8:35-37), dat wil zeggen: in tegenspoed, ellende, vervolging, honger en armoede houden we hoop en vinden we vrede. Zo neem je de wereld serieus en de slachtoffers daarin. Maar je neemt ook jezelf serieus als slachtoffer. Ook christenen worden ziek, ook wij lijden pijn en worden slachtoffer.
We geloven kreunend en steunend. Kijk in Psalm 38:10 ‘Heer, al mijn verlangens zijn U bekend, mijn zuchten is U niet verborgen’. In 2 Korintiërs 5 spreekt Paulus op deze manier over de Geest: ‘Wij zuchten in onze aardse tent en zouden willen dat onze hemelse woning er nu al over wordt aangetrokken… we willen dat er nieuwe (kleding) over wordt aangetrokken, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden.
Hiervoor heeft God zelf ons gereed gemaakt, door ons de Geest als onderpand te geven.’
In Romeinen 8:22 vinden we diezelfde gedachte over het werk van de Geest: de schepping zucht in barensweeën. En wij zuchten met de Geest in onszelf in afwachting van de openbaring dat wij kinderen van God zijn: de verlossing van ons sterfelijk bestaan.
Gods werk door ons
Verwonderd mogen wij ook dit winterseizoen
1. elkaar in de gemeente bemoedigen en sterken in de hoop op Gods da- den (kerkdiensten, toerusting)
2. anderen opzoeken en hun leven delen (pastoraat, ook over de grenzen van de kerk heen)
3. de hoop vieren als teken in de maatschappij (geloven thuis, gebeurtenissen vroeger en nu) dat Gods Koninkrijk komt, voor ons en de ander.
ds. D. WesternengInleiding
Ook voor het seizoen 2025-2026 weer een jaarthema. Gemeenten worden uitgedaagd om bewust aandacht te schenken aan de onverwachte manieren waarop de Geest werkt. "Gods Geest is altijd in beweging en vindt steeds nieuwe, verrassende wegen," aldus scriba René de Reuver. "Dit jaarthema nodigt ons uit om met verwondering te kijken naar wat er om ons heen gebeurt en te ontdekken hoe de Geest werkzaam is in kerk én samenleving. Het gaat erom dat we als gemeenten leren meebewegen met Gods missie en ons laten verrassen door zijn creatieve werk in het leven van alledag."
Zie!
Verwondering is het mogen zien van God op een onverwacht moment of een onverwachte manier. Verwondering overkomt je, beter gezegd: die wordt je gegeven door God, door zijn Geest. Dat geldt zeker voor onze redding. God raakt ons door zijn Woord en Geest en wordt ons te machtig. Zo verandert Hij ons van hopeloze zondaar in een kind van God. De basis daarvan is Christus’ werk, waaraan wij niets bijdragen.
God moet zelfs onze aandacht trekken. Dan krijgen we oog voor wat echt gebeurt. In de Bijbel wordt dat duidelijk door het woordje ‘zie’ (In de NBV21 vind je dat jammer genoeg niet meer terug). Na de voltooiing van de schepping lezen we: ‘En zie, het was zeer goed’ (Gen. 1:31). Als Israël Kanaän bijna bereikt heeft, zegt God: ‘Zie, Ik heb dat land tot uw beschikking gesteld, trek er binnen’ (Deut. 1:8). Samuël wordt geroepen met deze boodschap: ‘Zie, Ik ga in Israël iets doen, zodat de beide oren zullen tuiten’ (1 Sam. 3:11). Ook de profeten gebruiken ‘zie’ als ze Gods straf of redding aankondigen (bijv. Jer. 6:19, 11:11, 23:2; Jes. 7:14, 28:16). Maar ook bij de geboorte van Jezus: ‘want zie, gij zult zwanger worden’ (Lucas 1:31) en ‘want zie, ik verkondig u grote blijdschap’(Lucas 2:10). De geschiedenis van de Emmaüsgangers begint met ‘En zie’ (Lucas 24:13). En
Jezus’ eerste woorden na zijn opstanding zijn: ‘Zie mijn handen en mijn voeten’ (Lucas 24:39).
Leven uit verwondering
Ik las in ‘God verwachten’ van Evert Leeflang (p. 221): ‘Het verrassende van Gods omgang met een gebroken wereld is dat Hij niet slechts bevrijdt, maar er ook aan deelneemt. Zijn komst betekende het vestigen van zijn Koningschap te midden van zonde en duisternis, alsook het indalen in diezelfde zonde en duisternis. Zijn weg naar de toekomst liep via kruis naar opstanding… Het volk van God draagt in de tussentijd het karakter van de Messias dus in opstanding én lijden. Een christelijke toekomstverwachting kijkt zowel boven het heden uit naar de Opgestane, als het heden recht in de ogen van de Gekruisigde’.
De kerk ondergaat wat nog niet verlost en geheeld is. De kerk staat in een gebroken wereld en deelt door haar dagelijkse zonde ook in de gebrokenheid. Verwondering over de genade is dus niet dat ‘wij’ hebben ontvangen wat ‘zij’ nog niet hebben. Zo duidelijk ligt de scheidingslijn niet tussen kerk en wereld; niet geredde mensen tegenover nog niet geredde mensen.
De verrassing over wat Gods Geest in de wereld doet kan niet zonder verwondering over wat God heeft gedaan en nog steeds doet om ons van dood levend te maken en levend te houden. De gebrokenheid, de dood, ligt ook voor de kerk op de loer.
Zien op God in de moeite
De Messias zet ons niet in een volmaakte wereld, maar wijst ons de weg door de gebroken wereld. Leven met Jezus is strijd. We zegevieren glansrijk in dit alles (Rom. 8:35-37), dat wil zeggen: in tegenspoed, ellende, vervolging, honger en armoede houden we hoop en vinden we vrede. Zo neem je de wereld serieus en de slachtoffers daarin. Maar je neemt ook jezelf serieus als slachtoffer. Ook christenen worden ziek, ook wij lijden pijn en worden slachtoffer.
We geloven kreunend en steunend. Kijk in Psalm 38:10 ‘Heer, al mijn verlangens zijn U bekend, mijn zuchten is U niet verborgen’. In 2 Korintiërs 5 spreekt Paulus op deze manier over de Geest: ‘Wij zuchten in onze aardse tent en zouden willen dat onze hemelse woning er nu al over wordt aangetrokken… we willen dat er nieuwe (kleding) over wordt aangetrokken, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden.
Hiervoor heeft God zelf ons gereed gemaakt, door ons de Geest als onderpand te geven.’
In Romeinen 8:22 vinden we diezelfde gedachte over het werk van de Geest: de schepping zucht in barensweeën. En wij zuchten met de Geest in onszelf in afwachting van de openbaring dat wij kinderen van God zijn: de verlossing van ons sterfelijk bestaan.
Gods werk door ons
Verwonderd mogen wij ook dit winterseizoen
1. elkaar in de gemeente bemoedigen en sterken in de hoop op Gods da- den (kerkdiensten, toerusting)
2. anderen opzoeken en hun leven delen (pastoraat, ook over de grenzen van de kerk heen)
3. de hoop vieren als teken in de maatschappij (geloven thuis, gebeurtenissen vroeger en nu) dat Gods Koninkrijk komt, voor ons en de ander.
ds. D. WesternengInleiding
Ook voor het seizoen 2025-2026 weer een jaarthema. Gemeenten worden uitgedaagd om bewust aandacht te schenken aan de onverwachte manieren waarop de Geest werkt. "Gods Geest is altijd in beweging en vindt steeds nieuwe, verrassende wegen," aldus scriba René de Reuver. "Dit jaarthema nodigt ons uit om met verwondering te kijken naar wat er om ons heen gebeurt en te ontdekken hoe de Geest werkzaam is in kerk én samenleving. Het gaat erom dat we als gemeenten leren meebewegen met Gods missie en ons laten verrassen door zijn creatieve werk in het leven van alledag."
Zie!
Verwondering is het mogen zien van God op een onverwacht moment of een onverwachte manier. Verwondering overkomt je, beter gezegd: die wordt je gegeven door God, door zijn Geest. Dat geldt zeker voor onze redding. God raakt ons door zijn Woord en Geest en wordt ons te machtig. Zo verandert Hij ons van hopeloze zondaar in een kind van God. De basis daarvan is Christus’ werk, waaraan wij niets bijdragen.
God moet zelfs onze aandacht trekken. Dan krijgen we oog voor wat echt gebeurt. In de Bijbel wordt dat duidelijk door het woordje ‘zie’ (In de NBV21 vind je dat jammer genoeg niet meer terug). Na de voltooiing van de schepping lezen we: ‘En zie, het was zeer goed’ (Gen. 1:31). Als Israël Kanaän bijna bereikt heeft, zegt God: ‘Zie, Ik heb dat land tot uw beschikking gesteld, trek er binnen’ (Deut. 1:8). Samuël wordt geroepen met deze boodschap: ‘Zie, Ik ga in Israël iets doen, zodat de beide oren zullen tuiten’ (1 Sam. 3:11). Ook de profeten gebruiken ‘zie’ als ze Gods straf of redding aankondigen (bijv. Jer. 6:19, 11:11, 23:2; Jes. 7:14, 28:16). Maar ook bij de geboorte van Jezus: ‘want zie, gij zult zwanger worden’ (Lucas 1:31) en ‘want zie, ik verkondig u grote blijdschap’(Lucas 2:10). De geschiedenis van de Emmaüsgangers begint met ‘En zie’ (Lucas 24:13). En
Jezus’ eerste woorden na zijn opstanding zijn: ‘Zie mijn handen en mijn voeten’ (Lucas 24:39).
Leven uit verwondering
Ik las in ‘God verwachten’ van Evert Leeflang (p. 221): ‘Het verrassende van Gods omgang met een gebroken wereld is dat Hij niet slechts bevrijdt, maar er ook aan deelneemt. Zijn komst betekende het vestigen van zijn Koningschap te midden van zonde en duisternis, alsook het indalen in diezelfde zonde en duisternis. Zijn weg naar de toekomst liep via kruis naar opstanding… Het volk van God draagt in de tussentijd het karakter van de Messias dus in opstanding én lijden. Een christelijke toekomstverwachting kijkt zowel boven het heden uit naar de Opgestane, als het heden recht in de ogen van de Gekruisigde’.
De kerk ondergaat wat nog niet verlost en geheeld is. De kerk staat in een gebroken wereld en deelt door haar dagelijkse zonde ook in de gebrokenheid. Verwondering over de genade is dus niet dat ‘wij’ hebben ontvangen wat ‘zij’ nog niet hebben. Zo duidelijk ligt de scheidingslijn niet tussen kerk en wereld; niet geredde mensen tegenover nog niet geredde mensen.
De verrassing over wat Gods Geest in de wereld doet kan niet zonder verwondering over wat God heeft gedaan en nog steeds doet om ons van dood levend te maken en levend te houden. De gebrokenheid, de dood, ligt ook voor de kerk op de loer.
Zien op God in de moeite
De Messias zet ons niet in een volmaakte wereld, maar wijst ons de weg door de gebroken wereld. Leven met Jezus is strijd. We zegevieren glansrijk in dit alles (Rom. 8:35-37), dat wil zeggen: in tegenspoed, ellende, vervolging, honger en armoede houden we hoop en vinden we vrede. Zo neem je de wereld serieus en de slachtoffers daarin. Maar je neemt ook jezelf serieus als slachtoffer. Ook christenen worden ziek, ook wij lijden pijn en worden slachtoffer.
We geloven kreunend en steunend. Kijk in Psalm 38:10 ‘Heer, al mijn verlangens zijn U bekend, mijn zuchten is U niet verborgen’. In 2 Korintiërs 5 spreekt Paulus op deze manier over de Geest: ‘Wij zuchten in onze aardse tent en zouden willen dat onze hemelse woning er nu al over wordt aangetrokken… we willen dat er nieuwe (kleding) over wordt aangetrokken, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden.
Hiervoor heeft God zelf ons gereed gemaakt, door ons de Geest als onderpand te geven.’
In Romeinen 8:22 vinden we diezelfde gedachte over het werk van de Geest: de schepping zucht in barensweeën. En wij zuchten met de Geest in onszelf in afwachting van de openbaring dat wij kinderen van God zijn: de verlossing van ons sterfelijk bestaan.
Gods werk door ons
Verwonderd mogen wij ook dit winterseizoen
1. elkaar in de gemeente bemoedigen en sterken in de hoop op Gods da- den (kerkdiensten, toerusting)
2. anderen opzoeken en hun leven delen (pastoraat, ook over de grenzen van de kerk heen)
3. de hoop vieren als teken in de maatschappij (geloven thuis, gebeurtenissen vroeger en nu) dat Gods Koninkrijk komt, voor ons en de ander.
ds. D. Westerneng
Revolutionair anders
Een van de duidelijkste schetsen van Gods Koninkrijk vinden we in Daniël 2. Daar droomt Nebukadnessar, de machtige koning van Babel. Hij heeft Israël overwonnen en de veelbelovende jongeren uit de hogere klasse weggevoerd naar zijn eigen land om hem te dienen. Hij ziet een beeld met een gouden hoofd. De rest van het lichaam is van minder edele metalen. Wat is hij trots dat hijzelf volgens de uitleg van Daniël dat gouden hoofd blijkt te zijn. Na hem komen minder machtige koninkrijken. Alleen dat steentje dat losraakt en het beeld verbrijzeld en de hele aarde bedekt, wat is dat? Daniel zegt: God zal een rijk laten opkomen dat alle koninkrijken zal verbrijzelen en eeuwig zal blijven bestaan (vs. 44). Daaruit blijkt dat God de Almachtige is. De Heer leidt alle dingen naar zijn plan. In de eindtijd zal Hij alle machten die zich tegen Hem verzetten onderwerpen.
Het rumoer van de naties, het samenspannen tegen de HEER en zijn gezalfde leidt tot niets (Psalm 2:1-2). Want God zet zijn Zoon op de troon. Hij zal regeren over alle volken. De eindtijd is in de Bijbel de tijd dat de Messias komt. Dan zal alles veranderen voor Gods volk. Het zal vergeving van al haar zonden ontvangen en een nieuwe heerlijke tijd van vrede en recht breekt in. De aarde zal vol zijn van de kennis van de HEER. Israël zal van harte de HEER aanbidden.
Het Koninkrijk van de hemel
In Daniël 2 wordt gezegd dat de verwoestende steen zonder toedoen van mensenhanden losraakt. Het is Gods werk. Christus is een zoon van de mens. Hij staat in de traditie van Adam, is kwetsbaar als hij. Tegelijk is Jezus Gods Zoon, geschonken uit de hemel. Met Hem moet je niet spotten, want Hij heeft goddelijke macht. Nee, die laat Jezus niet altijd zien. Hij spreekt Gods woorden met groot gezag en doet tekenen en wonderen, maar Hij dwingt de gehoorzaamheid van mensen niet af. Zijn stijl van regeren is de liefde, de trouw aan Gods plan, wat daarvan ook de consequenties zijn.
In Openbaring ziet Johannes dan ook dat het nieuwe Jeruzalem neerdaalt uit de hemel. Het wordt niet veroverd, maar van Boven gegeven.
Alles wordt nieuw- leven in het licht van Gods Koninkrijk
In de gelijkenissen van Jezus over het Koninkrijk zien we dat ook. Het zaad van het Evangelie wordt in de akker van de wereld gezaaid, maar God zorgt dat het vrucht draagt. Wij kunnen daar niet wezenlijk iets aan bijdragen, maar zien Gods werk met verwondering aan. Het resultaat is fantastisch (overvloedige vrucht) en dat zou je niet verwachten met zoveel gevaren voor het Evangelie in deze wereld en met zoveel verzet van Gods tegenstanders. En toch: het Koninkrijk komt.
Christus staat op uit de dood, Hij overwint de satan en zijn macht. Dan is alles anders. Het kost nog tijd totdat dat volledig zichtbaar wordt. Het wachten op het Koninkrijk is een beproeving voor ons geloof. Wie durft er te geloven in Gods waarheid, Gods trouw, als aardse machten onoverwinnelijk lijken, ook vandaag nog? Ja, soms zien we iets oplichten van Gods grote toekomst, maar zo vaak lijkt de grote morgen ver weg.
Het Koninkrijk op aarde
Dat het Koninkrijk ons geschonken wordt uit genade betekent niet dat wij rustig kunnen afwachten wat Hij gaat doen. Gods Koninkrijk is er nu al, onder ons. De kerk is geroepen zich voor te bereiden op Gods volkomen heerschappij en nu al tekenen daarvan op te richten. Zoals Adam de opdracht kreeg om Gods goede schepping te bewerken en te bewaren. God heeft ons niet nodig, maar wil ons wel gebruiken. Met onze talenten en ondanks onze zonden.
Ook dat zien we in de gelijkenissen van Jezus. Denk aan de wijze meisjes die olie meenemen om klaar te zijn voor de komst van de bruidegom, maar ook dat de Heer aan zijn knechten zijn vermogen toevertrouwd. Met deze rijkdom aan talenten mogen zij aan het werk gaan. Wat er al is wordt vermeerderd onder de handen van Gods dienaren.
Leven in het licht van het Koninkrijk
Alles wordt nieuw! Dat is een garantie. Het is het fundament onder ons geloof. Omdat Christus leeft en regeert komt zijn Koninkrijk zeker. Daardoor is onze inzet niet voor niets. Hij draagt ons leven, dag aan dag. Hij zorgt dat zijn Koninkrijk groeit richting de voltooiing. Dat is geen vloeiende beweging. Soms lijkt het alsof er sprongen worden gemaakt richting het einddoel, dat God over alles en allen regeert. Ook zijn er perioden waarin er eerder achteruitgang is. Die kunnen ons onrust geven, die kunnen schudden aan ons geloof. Heeft het wel zin om in gehoorzaamheid aan God te leven?
We willen dit jaar op verschillende momenten deze vraag open en eerlijk stellen en met elkaar overdenken. Wat betekent ‘Alles wordt nieuw’ bijvoorbeeld voor onze zorg voor de schepping? Immers, niet alleen ons hart wordt vernieuwd door het geloof. Christus kwam ook om verzoening te brengen tussen mensen onderling en tussen mensen en de schepping.
Het Koninkrijk van God is heel concreet ook vandaag om ons heen. En daarom leven we daarheen, maar ook daarin. Zoals Jezus zei, toen Hij ten hemel voer: ‘Zie, Ik ben met U, alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld’.
ds. D. Westerneng