13-02-2022 10.00 uur Ds. J. Smink

print

Mededelingen door de ouderling van dienst

Aanvangslied: Jubel God ter eer (Psalm 81:1,8)

1.      Jubel God ter eer,

                   Hij is onze sterkte!

                   Juich voor Israëls Heer,

                   stem en tegenstem

                   springen op voor Hem

                   die ons heil bewerkte.

8.      Ik ben Hij-die-is:

                   God wil Ik u wezen.

                   Uit de duisternis

                   van de slavernij

                   maakte Ik u vrij:

                   hebt gij nog te vrezen?

Stil gebed / Votum en groet

Zingen: Leef uit mijn verbond (Psalm 81:9)

9.      Leef uit mijn verbond.

                   Vraag van Mij vrijmoedig.

                   Open wijd uw mond.

                   Al wat u ontbreekt,

                   al waar gij om smeekt

                   geef Ik overvloedig.

Inleiding op de dienst

Zingen: Lof zij de Heer (LdK 434:6)  

6.      Lof zij de Heer met de heerlijkste naam van zijn namen,

                   christenen looft Hem met Abrahams kinderen samen.

                   Hart wees gerust,

                   Hij is uw licht en uw lust.

                   Alles wat ademt zegt: Amen.

Woorden voor het leven

Zingen: In stil ontzag (LdK 322: 4,5,6)

4.      In stil ontzag

                   zijn wij voor U getreden.

                   Wend dan uw oor naar onze smeekgebeden,

                   waak met uw ogen nacht en dag!

5.      Gij spreekt ons aan

                   Ge hebt de mens verkoren:

                   aan deze plaats doet Gij uw woorden horen,

                   hier zijt Gij, want hier woont uw naam.

6.      O, antwoord Gij,

                   als wij tezamen bidden,

                   daal neder uit uw hoogte in ons midden!

                   In uw vergeving wonen wij.

Gebed

Zingen: Genade, zo oneindig groot (ELB 203: 1,2,3)

1.      Genade, zo oneindig groot,

                  dat ik, die’t niet verdien,

                  het leven vond, want ik was dood

                  en blind, maar nu kan ’k zien.

2.      Genade, die mij heeft geleerd

                  te vrezen voor het kwaad.

                  Maar ook, als ik mij tot Hem keer,

                  dat God mij nooit verlaat.

3.              Want Jezus droeg mijn zondelast

                  en tranen aan het kruis.

                  Hij houdt mij door genade vast

                  en brengt mij veilig thuis.

Schriftlezing: Handelingen 4  vers 1-15

En terwijl zij tot het volk spraken, overvielen hen de priesters, de hoofdman van de tempel en de Sadduceeën, zeer verontwaardigd, omdat zij het volk leerden en in Jezus de opstanding uit de doden verkondigden; en zij sloegen de handen aan hen en stelden hen in bewaring tot de volgende dag, want het was reeds avond. Maar velen van hen, die het woord gehoord hadden, werden gelovig, en het getal der mannen werd ongeveer vijfduizend.

En het geschiedde tegen de volgende dag, dat hun oversten en hun oudsten en hun schriftgeleerden bijeenkwamen te Jeruzalem, en Annas, de hogepriester, en Kajafas, Johannes, Alexander en allen, die tot het hogepriesterlijk geslacht behoorden; en toen zij hen hadden laten voorkomen, wilden zij van hen weten: Door welke kracht of door welke naam hebt gij dit gedaan? Toen zeide Petrus, vervuld met de heilige Geest, tot hen: Oversten van het volk en oudsten, indien wij thans in verhoor genomen worden ter zake van een weldaad aan een zieke, waardoor hij gezond geworden is, dan moet aan u allen en het ganse volk van Israël bekend zijn, dat door de naam van Jezus Christus, de Nazoreeër, die gij gekruisigd hebt, maar die God heeft opgewekt uit de doden, dat door die naam deze hier gezond voor u staat. Dit is de steen, door u, de bouwlieden, versmaad, die nochtans tot hoeksteen is geworden. En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden.

Toen zij nu de vrijmoedigheid van Petrus en Johannes zagen en bemerkt hadden, dat zij ongeletterde en eenvoudige mensen uit het volk waren, verwonderden zij zich, en zij herkenden hen, dat zij met Jezus geweest waren; en daar zij de genezene bij hen zagen staan, konden zij er niets tegen inbrengen.

Zingen:     Heer, uw boodschap staat geschreven     (LdK 329:2)

2.      Heer, uw boodschap staat geschreven,

                   ons ten leven,

                   maak uw schrift het levend woord.

                   Zie het boek van uw behagen

                   opgeslagen;

                   spreek Heer, uw gemeente hoort.

Verkondiging: N.a.v. Johannes 7: 12, 25, 26.  

                   En er was veel gemompel over Hem onder de scharen; sommigen zeiden:                             Hij is goed, anderen zeiden: Neen, maar Hij verleidt het volk. Toch sprak                            niemand vrijuit over Hem, uit vrees voor de Joden.

Sommigen dan uit de Jeruzalemmers zeiden: Is deze het niet, die zij trachten te doden? En zie, Hij spreekt vrijuit en zij zeggen Hem niets. Zouden waarlijk onze oversten hebben ingezien, dat deze de Christus is?

N.a.v. Handelingen 4: 29-31.  En nu, Here, let op hun dreigingen en geef uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid uw woord te spreken, doordat Gij uw hand uitstrekt tot genezing, en dat tekenen en wonderen geschieden door de naam van uw heilige knecht Jezus. En terwijl zij baden, werd de plaats, waar zij vergaderd waren, bewogen; en zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid.

Zingen: Geef, Heer, uw volk vrijmoedigheid      (Melodie LdK 169)

1.      Geef, Heer, uw volk vrijmoedigheid

                   uw naam zo uit te spreken,

                   dat alle mensen, wereldwijd,

                   verstaan uw taal en teken:

                   de geestdrift die ons door uw knecht

                   in vuur en wind was toegezegd

                   en op ons neergestreken!

 2.   Beziel ons met uw goede Geest,

                  dan loven wij van harte

                   die ene naam het allermeest:

                   die van de Man van smarten -

                   de steen, verstoten en veracht,

                   de hoeksteen - Hij verleent ons kracht,

                  maar wee wie trots Hem tarten!

3.   Geef, Heer, uw volk vrijmoedigheid

                   om in uw naam te spreken

                   totdat uw stad is toebereid

                   en alom is gebleken

                   dat niets uw geestkracht tegenhoudt,

                   dat leven zal alwie vertrouwt

                   dat uw rijk aan zal breken.

Dankgebed en Voorbeden

Slotzang:  Gij die gelooft, verheugt u samen (Ldk 314: 1,2,3,4)                            

1.               Gij die gelooft, verheugt u samen,

                   't is God, die trouw zijn kerk bewaart!

                   Die hoop zal nimmer ons beschamen:

                   de Heer is God en zijn is de aard.

                   Zijn woord heeft vrede, heil bereid

                   van eeuwigheid tot eeuwigheid!

2.               Gezanten gaan door alle landen,

                   een heil'ge opdracht drijft hen voort,

                   zij vrezen strijd noch smaad, noch banden,

                   zij houden vast aan Jezus' woord.

                   Het mart'laarsbloed is 't zaad der kerk,

                   de wasdom is des Heren werk.

3.               Nabij of ver, wij zijn verbonden:

                   één Heer ‚en één geloof, één doop,

                   één Geest is tot ons neergezonden,

                   en één is aller liefd' en hoop.

                   Wij bidden en wij danken salem,

                   wij roemen in één Vadernaam.

4.               Hoopt op de Heer, zijn dag komt nader!

                   Een kudde, een Herder is beloofd.

                   De volken buigen zich te gader

                   voor Jezus Christus, aller Hoofd!

                   Dat toch de dag des heils verscheen,

                   dan worden aard' en hemel een!

Zegen (aansluitend Amen)

Uitleidend Orgelspel